Deuteronomium 6: 1-9; Johannes 13: 31-35 en 14: 12-16 | Zondag Cantate

Lezing uit de Torah in de vertaling van NBV21:

Deuteronomium 6: 1-9

Dit zijn de geboden, wetten en regels die ik u in op- dracht van de HEER, uw God, moet leren en die u moet naleven in het land aan de overkant, dat u in bezit zult nemen. U moet voor de HEER, uw God, ontzag tonen door u te houden aan zijn wetten en geboden, zoals ik die nu aan u geef; dat geldt voor u, zolang u leeft, en voor uw kinderen en uw kleinkinderen. Dan zult u lang leven. Luister dus, Israël, en neem ze nauwlettend in acht. Dan zal het u goed gaan in het land dat overvloeit van melk en honing, en zult u sterk in aantal toenemen, zoals de HEER, de God van uw voorouders, u heeft toe- gezegd.

Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb de HEER, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht. Houd de gebo- den die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onder- weg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voor- hoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad.


Lezing uit het Evangelie in de vertaling van NBV21:

Johannes 13: 31-35,

Toen hij weg was zei Jezus: ‘Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden, en door Hem de groot- heid van God. Als Gods grootheid door Hem zichtbaar ge- worden is, zal God Hem ook in die grootheid laten delen, nu onmiddellijk. Kinderen, Ik blijf nog maar een korte tijd bij jullie. Jullie zullen Me zoeken, maar wat Ik tegen de Jo- den gezegd heb, zeg Ik nu ook tegen jullie: “Waar Ik heen ga, daar kunnen jullie niet komen.” Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor el- kaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’


Johannes 14: 12-16

Werkelijk, Ik verzeker jullie, wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en zelfs meer dan dat, Ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal Ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Va- der zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal Ik het doen.

Als je Mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid.