FG Nieuwe testament

FG 1 Corinthiërs 15: 28 | opdat de Heere God zal zijn alles in alles | 01-09-1991

Schriftlezing: 1 Corinthiërs 15: 19-28 19 Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen. 20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn. 21 Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens. 22 Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus

FG 1 Corinthiërs 15: 28 | Alles in alles | 07-08-1988

Schriftlezing: 1 Corinthiers 15: 19-28 19 Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen. 20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling geworden dergenen, die ontslapen zijn. 21 Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens. 22 Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus

FG 2 Corinthiërs 4: 16-18 | Ingewijden en niet ingewijden | 30-09-1973

Schriftlezing: 2 Corinthiërs 4: 16 Daarom vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag. 17 Want onze lichte verdrukking,die zeer haast voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid; 18 Dewijl wij niet aanmerken de dingen, die men ziet, maar de dingen, die men niet ziet; want de dingen, die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen, die men niet

FG 2 Corinthiërs 5: 17 | ziet, het is alles nieuw geworden | 21-06-1981

Schriftlezing: 11 Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn. 12 Want wij prijzen onszelven u niet wederom aan, maar wij geven u oorzaak van roem over ons, opdat gij stof zoudt hebben tegen degenen, die in het aangezicht roemen en niet in het hart. 13 Want hetzij dat wij uitzinnig zijn, wij zijn het

FG 2 Corinthiërs 12: 7 | De doorn in het vlees | 27-08-1978

Schriftlezing: 2 Corinthiërs 12: 1 Te roemen is mij waarlijk niet oorbaar; want ik zal komen tot gezichten en openbaringen des Heeren. 2 Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het geschied zij in hetlichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken is geweest tot in den derden hemel; 3 En ik ken een zodanig mens (of het in het lichaam, of

FG 2 Corinthiërs 12: 7 | rond dit vers…. | 24-09-1978

U hoort de schriftlezing en de preek Schriftlezing: 1 Te roemen is mij waarlijk niet oorbaar; want ik zal komen tot gezichten en openbaringen des Heeren. 2 Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het geschied zij in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken is geweest tot in den derden hemel; 3 En ik ken een zodanig mens (of

FG 2 Corinthiërs 13: 13 | Gratie | de Zegenbede | 05-06-1977

Schriftlezing: 1 Dit is de derde maal, dat ik tot u kom; in den mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan. 2 Ik heb het te voren gezegd, en zeg het te voren als tegenwoordig zijnde de tweede maal,en ik schrijf het nu afwezende aan degenen, die te voren gezondigd hebben, en aan al de anderen, dat, zo ik wederom kom, ik hen niet zal sparen; 3 Dewijl gij zoekt een proeve

FG Efeziërs 3: 20-21 | Roeping heidenen | 31-07-1974

Schriftlezing: Efeziërs: 3 1 Om deze oorzaak ben ik Paulus de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen zijt. 2 Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods, die mij gegeven is aan u; 3 Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb; 4 Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus), 5 Welke in

FG Efeziërs 4: 28 | Het heffen van de heilige vonk | 00-11-19..

Schriftlezing: Efeziërs 4: 17 Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds. 18 Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten; 19 Welke, ongevoelig geworden zijnde, zichzelven hebben overgegeven tot ontuchtigheid, om alle onreinigheid gieriglijk te bedrijven. 20 Doch gij hebt Christus alzo

FG Efeziërs 6: 12-13 | Wapenrusting, tijd, geest, etc..| 16-06-1974

Psalm 130: 2 Zo Gij in ‘t recht wilt treden, O Heer’, en gadeslaan Onz’ ongerechtigheden; Ach, wie zou dan bestaan? Maar neen, daar is vergeving Altijd bij U geweest; Dies wordt Gij, Heer’, met beving, Recht kinderlijk gevreesd. Schriftlezing Efeziërs 6: 10-18 10 Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht. 11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.

FG 1 Thimotheüs 3: 16b | Gezien van de engelen | 24-06-1979

Schriftlezing: 1 Thimotheüs 3: 14 Deze dingen schrijf ik u, hopende zeer haast tot u te komen; 15 Maar zo ik vertoef, opdat gij moogt weten, hoe men in het huis Gods moet verkeren, hetwelk is de Gemeente des levenden Gods, een pilaar en vastigheid der waarheid. 16 En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is

FG Hebreeën 6: 19-20 | Melchizedek

Tekstgedeelte: Hebreën 6: 19 Welke wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel; 20 Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid Dankgebed en Psalm 72: 10 moet nog zijn gezongenDan zal na zoveel gunstbewijzen,‘t Gezegend heidendom,‘t Geluk van dezen Koning prijzen,Die Davids troon beklom.Geloofd zij God, dat eeuwig Wezen,Bekleed

FG Hebreeën 6: 19-20 | Melchizedek de Hogepriester | 13-09-1987

Schriftlezingen: 1e lezing: Genesis 14: 18-20 hier vanuit SV 18 En Melchizedek, koning van Salem, bracht voort brood en wijn; en hij was een priester des allerhoogsten Gods. 19 En hij zegende hem, en zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit! 20 En gezegend zij de allerhoogste God, Die uw vijanden in uw hand geleverd heeft! En hij gaf hem de tiende van alles. 2e lezing: Hebreeën 6: 19 –

FG Hebreeën 11: 32a | en Simson | 23-02-1975

Schriftlezing: Richteren 16: 13-31 13 En Delila zeide tot Simson: Tot hiertoe hebt gij met mij gespot, en leugenen tot mij gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede gij zoudt kunnen gebonden worden. En hij zeide tot haar: Indien gij de zeven haarlokken mijns hoofds vlochtet aan een weversboom. 14 En zij maakte ze vast met een pin, en zeide tot hem: De Filistijnen over u, Simson! Toen waakte hij op uit zijn slaap, en nam

FG Hebreeën 11: 32-34 | en Jefta | 01-08-1976

Schriftlezing: Richteren 11: 1 Jeftha nu, de Gileadiet, was een strijdbaar held, maar hij was een hoerekind; doch Gilead had Jeftha gegenereerd. 2 Gileads huisvrouw baarde hem ook zonen; en de zonen dezer vrouw, groot geworden zijnde, stieten Jeftha uit, en zeiden tot hem: Gij zult in het huis onzes vaders niet erven, want gij zijt een zoon van een andere vrouw. 3 Toen vlood Jeftha voor het aangezicht zijner broederen, en woonde in het

FG Hebreeën 11: 1 en 12: 1 | Kerkhervorming | 01-11-1981

Votum en Groet Psalm 46: 1 en 6 1 God is een toevlucht voor de Zijnen, Hun sterkt’, als zij door droefheid kwijnen; Zij werden steeds Zijn hulp gewaar, In zielsbenauwdheid, in gevaar; Dies zal geen vrees ons doen bezwijken, Schoon d’ aard’ uit hare plaats mocht wijken, Schoon ‘t hoogst gebergt’, uit zijne stee, Verzet wierd in het hart der zee. 6 De Heer’, de God der legerscharen, Is met ons, hoedt ons in

FG Openbaring van Johannes 5: 9 | Het Lam regeert | 01-10-1978

Deze opname mist de laatste woorden van de preek…. Schriftlezing: Openbaring van Johannes 5: 1 En ik zag in de rechter hand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen. 2 En ik zag een sterken engel, uitroepende met een grote stem: Wie is waardig het boek te openen, en zijn zegelen open te breken? 3 En niemand in den hemel, noch op de aarde, noch

FG Openbaring van Johannes 21: 5a | Zie Ik maak alle dingen nieuw | 01-01-1981

Zingende begint de opname met Gezang 293 1 O God, die droeg ons voorgeslacht in nacht en stormgebruis, bewijs ook ons uw trouw en macht, wees eeuwig ons tehuis! 2 Gevlucht naar uwe vaste troon, vindt ieder schuil en schut, waar eeuwig hij beveiligd woon’, verstoken in uw hut. 3 Gij zijt, van voor Gij zee en aard hebt door uw woord bereid, altijd dezelfde, die Gij waart, de God der eeuwigheid! 4 En duizend