FG Mattheüs 6: 13a | Leid ons niet in verzoeking | 08-02-1981
Psalm 95: 1 en 2 wordt gezongen1 Komt, laat ons samen Isrels Heer’, Den rotssteen van ons heil, met eer, Met Godgewijden zang ontmoeten. Laat ons Zijn gunstrijk aangezicht, Met een verheven lofgedicht, En blijde psalmen, juichend groeten. 2 De Heer’ is groot, een heerlijk God, Een Koning, die het zaligst lot, Ver boven alle goon, kan schenken. Het diepst van ‘s aardrijks ingewand, Het hoogst gebergt’ is in Zijn hand; ‘t Is al gehoorzaam