FG Oude testament

FG Leviticus 19: 18 | Gij zult uw naaste liefhebben | 04-11-1979

Schriftlezing: Markus 12: 28 En een der Schriftgeleerden horende, dat zij te zamen in woorden waren, en wetende, dat Hij hun wel geantwoord had, kwam tot Hem, en vraagde Hem: Welk is het eerste gebod van alle? 29 En Jezus antwoordde hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israël! de Heere, onze God, is een enig Heere. 30 En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel

FG Leviticus 23: 32 en 27 | De grote Verzoendag | 00-10-1999

  Schriftlezing: 1e lezing Leviticus 23: 23-32 23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: 24 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping. 25 Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren. 26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 27 Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn,

FG Numeri 6: 24-26 | De priestelijke zegen | 31-01-1982

  Schriftlezing: Numeri 6: 17 Hij zal ook den ram ten dankoffer den HEERE bereiden, met den korf der ongezuurde koeken; en de priester zal zijn spijsoffer en zijn drankoffer bereiden. 18 Alsdan zal de Nazireër, aan de deur van de tent der samenkomst, het hoofd van zijn Nazireërschap bescheren; en hij zal het hoofdhaar van zijn Nazireërschap nemen, en hij zal het leggen op het vuur, dat onder het dankoffer is. 19 Daarna zal

FG Numeri 6: 24-26 | de Zegen | 23-08-1981

Numeri 6: 22 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: 23 Spreek tot Aäron en zijn zonen, zeggende: Alzo zult gijlieden de kinderen Israëls zegenen, zeggende tot hen: 24 De HEERE zegene u, en behoede u! 25 De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! 26 De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede! 27 Alzo zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israëls leggen; en Ik zal

FG Prediker 3: 11 | Hij heeft ieder ding schoon gemaakt | 19-07-1992

Schriftlezing: Prediker 3: 9-15 9 Wat voordeel heeft hij, die werkt, van hetgeen hij bearbeidt? 10 Ik heb gezien de bezigheid, die God den kinderen der mensen gegeven heeft, om zichzelven daarmede te bekommeren. 11 Hij heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuwigheid in hun hart gelegd, zonder dat een mens het werk, dat God gemaakt heeft, kan uitvinden, van het begin tot het einde toe. 12 Ik heb

FG Prediker 3: 11 en 12 | Alles heeft zijn bestemde tijd | 28-08 1977

  Schriftlezing: 1 Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. 2 Er is een tijd om geboren te worden, en een tijd om te sterven; een tijd om te planten, en een tijd om het geplante uit te roeien; 3 Een tijd om te doden, en een tijd om te genezen; een tijd om af te breken, en een tijd om te bouwen; 4 Een tijd om te

FG Prediker 7: 16a en18b | Weest niet al te rechtvaardig | 04-07-1976

Schriftlezing: 15 Dit alles heb ik gezien in de dagen mijner ijdelheid; er is een rechtvaardige, die in zijn gerechtigheid omkomt; daarentegen is er een goddeloze, die in zijn boosheid zijn dagen verlengt. 16 Wees niet al te rechtvaardig, noch houd uzelven al te wijs; waarom zoudt gij verwoesting over u brengen? 17 Wees niet al te goddeloos, noch wees al te dwaas; waarom zoudt gij sterven buiten uw tijd? 18 Het is goed, dat

FG Prediker 7: 8b | Lankmoedig – Hoogmoedig, Grootmoedig | 27-09-1981

Deze opname is geluidtechnisch minder, Het gebed heb ik om deze reden er tussen uitgeknipt. De schriftlezing heb ik laten staan om u de ruimte te geven die mee te lezen. Tussen minuut 17 en 30 , dan is de preek al bezig, is een zeer slecht te verstaan gedeelte doch die liet ik ook staan voor diegene die dit toch trachten te volgen…. Schriftlezing: Mattheus 11: 25-30 25 In dienzelfden tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik

FG Prediker 8: 14 | Godsbestuur niet te doorgronden | 04-09-1977

Schriftlezing: 11 Omdat niet haastelijk het oordeel over de boze daad geschiedt, daarom is het hart van de kinderen der mensen in hen vol om kwaad te doen. 12 Hoewel een zondaar honderd maal kwaad doet, en God hem de dagen verlengt; zo weet ik toch, dat het dien zal welgaan, die God vrezen, die voor Zijn aangezicht vrezen. 13 Maar den goddeloze zal het niet welgaan, en hij zal de dagen niet verlengen; hij

FG Prediker 9: 1-2 | Allen treft één zelfde lot | 11-09-1977

Schriftlezing: 1 Zekerlijk, dit alles heb ik in mijn hart gelegd, opdat ik dit alles klaarlijk mocht verstaan, dat de rechtvaardigen, en de wijzen, en hun werken in de hand Gods zijn; ook liefde, ook haat, weet de mens niet uit al hetgeen voor zijn aangezicht is. 2 Alle ding wedervaart hun, gelijk aan alle anderen; enerlei wedervaart den rechtvaardige en den goddeloze, den goede en den reine, als den onreine; zo dien, die offert,

FG Psalmen 103: 2 | Zegen de Heere | 15-07-1973

  Schriftlezing:1 Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam. 2 Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; 3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest; 4 Die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; 5 Die uw mond verzadigt met het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends. 6 De

FG Psalmen 119: 1 en 2 | Welgelukzalig, die de Wet des Heren gaan

Schriftlezing staat niet op de opname in de opname van 1975 te Hattem, klonk bij deze tekst: Deuteronomium 34 en Genesis 1: 1 Uit de Statenvertaling nu de tekst Psalmen 119: 1 en 2  1 Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan 2 Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken; Aan het einde van de dienst klinkt Psalm 98: 2 2 Hij heeft gedacht aan Zijn

FG Psalmen 119: 1-2 | Israels vreugde van de wet | 28-09-1975

Schriftlezing: Deuteronomium 34 1 Toen ging Mozes op uit de vlakke velden van Moab, naar den berg Nebo, op de hoogten van Pisga, welke recht tegenover Jericho is; en de HEERE wees hem dat ganse land, Gilead tot Dan toe; 2 En het ganse Nafthali, en het land van Efraïm en Manasse, en het ganse land van Juda, tot aan de achterste zee; 3 En het Zuiden, en het effen veld der vallei van Jericho,

FG Psalmen 119: 105 | Uw woord is een lamp | 01-02-1981

  Zingen Psalm 119: 52 en 53 52 Hoe zoet zijn mij Uw redenen geweest! Geen honig kon ‘t gehemelt’ beter smaken; Alleen door Uw bevelen krijgt mijn geest Verstand van God en Goddelijke zaken; Dies heb ik al de leugenpaan gevreesd, En zal bedrog en slinkse wegen wraken. 53 Uw woord is mij een lamp voor mijnen voet, Mijn pad ten licht, om ‘t donker op te klaren. Ik zwoer, en zal dit met

FG Psalmen 139 : 16a | Uw ogen hebben mijn ongevormde klomp gezien | 27-10-1974

Schriftlezing: 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. HEERE! Gij doorgrondt en kent mij. 2 Gij weet mijn zitten en mijn opstaan; Gij verstaat van verre mijn gedachten. 3 Gij omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend. 4 Als er nog geen woord op mijn tong is, zie, Heere! Gij weet het alles. 5 Gij bezet mij van achteren en van voren, en Gij zet Uw hand op

FG Psalmen 139: 23-24 | Doorgrond mij o God | 29-08-1976

Schriftlezing: Genesis 9:  20 En Noach begon een akkerman te zijn, en hij plantte een wijngaard. 21 En hij dronk van dien wijn, en werd dronken; en hij ontblootte zich in het midden zijner tent. 22 En Cham, Kanaäns vader, zag zijns vaders naaktheid, en hij gaf het zijn beiden broederen daar buiten te kennen. 23 Toen namen Sem en Jafeth een kleed, en zij leiden het op hun beider schouderen, en gingen achterwaarts, en

FG Psalmen 14: 1 | God is bij de rechtvaardigen | 13-07-1975

Schriftlezing: 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand, die goed doet. 2 De HEERE heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht. 3 Zij zijn allen afgeweken, te zamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand, die goed doet, ook niet

FG Psalmen 150: 6 | Alles wat adem heeft love de Here | 00-06-1989

Schriftlezingen uit de SV: 1e Schriftlezing Genesis 7: 17-24 En die vloed was veertig dagen op de aarde, en de wateren vermeerderden, en hieven de ark op, zodat zij oprees boven de aarde. 18 En de wateren namen de overhand, en vermeerderden zeer op de aarde; en de ark ging op de wateren. 19 En de wateren namen gans zeer de overhand op de aarde, zodat alle hoge bergen, die onder den gansen hemel zijn,

FG Psalmen 150: 6 | In ademen van Gods Geest | 22-06-1975

Schriftlezing: 1 Hallelujah! Looft God in Zijn heiligdom; looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte! 2 Looft Hem vanwege Zijn mogendheden; looft Hem naar de menigvuldigheid Zijner grootheid! 3 Looft Hem met geklank der bazuin; looft Hem met de luit en met de harp! 4 Looft Hem met de trommel en fluit; looft Hem met snarenspel en orgel! 5 Looft Hem met hel klinkende cimbalen; looft Hem met cimbalen van vreugdegeluid! 6 Alles, wat adem

FG Psalmen 19: 2 en 8a | 16-07-1981

Zingen voor de schriftlezing Psalm 19: 1 en 4 1 Het ruime hemelrond Vertelt, met blijden mond, Gods eer en heerlijkheid. De heldre lucht en ‘t zwerk, Verkondigen Zijn werk, En prijzen Zijn beleid, Dus kan ons dag bij dag, Tot roem van Gods gezag, Zijn wonderen verhalen. Dus weet ons nacht bij nacht Zijn onbegrensde macht. En wijsheid af te malen. 4 Des Heeren wet nochtans, Verspreidt volmaakter glans, Dewijl zij ‘t hart bekeert, ‘t