Leerdiensten

Hooglied III | Hooglied 3: 1-5 en 5: 2-8

Schriftlezingen: 1 Op mijn legerstede des nachts zocht ik mijn zielsbeminde; ik zocht hem, maar ik vond hem niet. 2 Ik wil opstaan en rondgaan in de stad, op straten en pleinen en mijn zielsbeminde zoeken; ik zocht hem, maar ik vond hem niet. 3 De wachters, die in de stad hun ronde deden, troffen mij aan; „Hebt gij ook mijn zielsbeminde gezien?” 4 Nauwelijks was ik hen voorbijgegaan, of daar vond ik mijn zielsbeminde.

Hooglied IV | Hooglied 4: 16, 5: 1, 7: 10-8: 7 | (liefde is vuur)

Schriftlezing: Hooglied 4: 16 en 5: 1 16 Ontwaak, noordenwind, en kom, zuidenwind, doorwaai mijn hof, opdat zijn balsemgeuren stromen! Mijn geliefde kome tot zijn hof en ete daarvan de kostelijke vrucht. 5: 1– Ik ben gekomen tot mijn hof, mijn zuster, bruid, ik plukte mijn mirre en mijn balsem, ik at mijn raat en mijn honig, ik dronk mijn wijn en mijn melk. Eet, vrienden, drinkt, en wordt dronken, genoten. Hooglied 7: 10 –

Verborgen omgang I | Psalmen 1

Schriftlezing: 1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; 2 maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. 3 Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; – al wat hij onderneemt, gelukt. 4 Niet

Verborgen omgang II | Psalmen 27

Schriftlezing: 1 Van David. De HERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HERE is mijns levens veste, voor wie zou ik vervaard zijn? 2 Toen boosdoeners op mij afkwamen om mijn vlees te eten – mijn tegenstanders en mijn vijanden – zijn zij zelf gestruikeld en gevallen. 3 Al legert zich een leger tegen mij, mijn hart vreest niet; al verheft zich een krijg tegen mij, nochtans blijf ik

Verborgen omgang III | Psalmen 123 en 124

Schriftlezing: 1 Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op tot U, die in de hemel troont. 2 Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand van hun heren, gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand van haar gebiedster, zo zijn onze ogen op de HERE, onze God, totdat Hij ons genadig zij. 3 Wees ons genadig, HERE, wees ons genadig, want wij zijn meer dan verzadigd van verachting; 4 onze ziel

Verborgen omgang IV | Psalmen 62

Schriftlezing: 1 Voor de koorleider. Naar de wijze van Jedutun. Een psalm van David. 2 Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil; 3 waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen. 4 Hoelang zult gij op een man aanstormen? Gij allen zult omvergestoten worden als een hellende wand, een neerstortende muur. 5 Waarlijk, zij beraadslagen om hem van zijn hoogte af