1 Johannes 3: 16-24 | Over geloof en geweten

Schriftlezing:

een dienst ten tijde van de coronapandemie

1 Johannes 3: 16-24

16 Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters.

17 Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?

18 Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden.

19 Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan.

20 En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, hij weet alles.

21 Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden

22 en ontvangen we van hem wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat hij wil.

23 Dit is zijn gebod: dat we geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, zoals hij ons heeft opgedragen.

24 Wie zich aan zijn geboden houdt blijft in God, en God blijft in hem. Dat hij in ons blijft, weten we door de Geest die hij ons heeft gegeven.

 

Opname in beeld: