FG 2 Corinthiërs 13: 13 | Gratie | de Zegenbede | 05-06-1977

Schriftlezing:

1 Dit is de derde ma2 cor 131 13al, dat ik tot u kom; in den mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan. 2 Ik heb het te voren gezegd, en zeg het te voren als tegenwoordig zijnde de tweede maal,en ik schrijf het nu afwezende aan degenen, die te voren gezondigd hebben, en aan al de anderen, dat, zo ik wederom kom, ik hen niet zal sparen; 3 Dewijl gij zoekt een proeve van Christus, Die in mij spreekt, Welke in u niet zwak is, maar krachtig is onder u. 4 Want hoewel Hij gekruist is door zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht Gods. Want ook wij zijn zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door de kracht Gods in u. 5 Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt. 6 Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn. 7 En ik wens van God, dat gij geen kwaad doet; niet opdat wij beproefd zouden bevonden worden, maar opdat gij het goede zoudt doen, en wij als verwerpelijk zouden zijn. 8 Want wij vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid. 9 Want wij verblijden ons, wanneer wij zwak zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen ook dit, namelijk uw volmaking. 10 Daarom schrijf ik, afwezende, deze dingen, opdat ik niet, tegenwoordig zijnde, strengheid zou gebruiken, naar de macht, die mij de Heere gegeven heeft tot opbouwing, en niet tot nederwerping. 11 Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, zijt eensgezind, leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn. 12 Groet elkander met een heiligen kus. U groeten al de heiligen. 13 De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen

Gezang 93

1 Ere zij aan God, de Vader,
ere zij aan God, de Zoon,
eer de Heil’gen Geest, de Trooster,
de Drie-een’ge in zijn troon.
Halleluja, halleluja
de Drie-een’ge in zijn troon!

2 Ere zij aan Hem, wiens liefde
ons bevrijdt van elke smet,
ere zij aan Hem, die zondaars
in de rij van koon’gen zet.
Halleluja, halleluja
‘t Lam, dat vrijkocht en dat redt!


 

3 Ere zij de Heer der eng’len,
ere zij de Heer der Kerk,
ere aan de Heer der volk’ren,
aard en hemel looft uw werk!
Halleluja, halleluja,
looft de Koning en zijn werk!

4 Halleluja, lof, aanbidding
brengen eng’len U ter eer,
heerlijkheid en kracht en machten
legt uw schepping voor U neer.
Halleluja, halleluja,
lof zij U, der heren Heer!

 

Verkondiging

Dankgebed Onze Vader

Psalm 118: 14

14 Gij zijt mijn God, U zal ik loven,
Verhogen Uwe majesteit.
Mijn God, niets gaat Uw roem te boven;
U prijz’ ik tot in eeuwigheid.
Laat ieder ‘s Heeren goedheid loven,
Want goed is d’ Oppermajesteit:
Zijn goedheid gaat het al te boven;
Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!