FG Johannes 11, 25-26 | de werking van de kracht der Opstanding | 04-1989

Schriftlezing:

Voor de verkondiging is Gezang 221 gezongenGrote of Sint Laurenskerk Rotterdam

Johannes 11: 20-26

20 Martha dan, als zij hoorde, dat Jezus kwam, ging Hem tegemoet; doch Maria bleef in huis zitten. 21 Zo zeide Martha dan tot Jezus: Heere, waart Gij hier geweest, zo ware mijn broeder niet gestorven; 22 Maar ook nu weet ik, dat alles, wat Gij van God begeren zult, God U het geven zal. 23 Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan. 24 Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage. 25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; 26 En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?

Tekst Deuteronomium 34: 7

7 Mozes nu was honderd en twintig jaren oud, als hij stierf; zijn oog was niet donker geworden, en zijn kracht was niet vergaan.

en

Johannes 11: 25-26

25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; 26 En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?

FG JM 62

 

 

 

 

 

Helaas zit in de opname een zeer storende ruis.