FG Lukas 22: 36 | Verkope kleed en kope zwaard | 11-03-1973

De geluidskwaliteit van deze opname is zeker niet optimaal.

Schriftlezing:Lukas 2236Lukas 22: 35 En Hij zeide tot hen: Als Ik u uitzond, zonder buidel, en male, en schoenen, heeft u ook iets ontbroken? En zij zeiden: Niets. 36 Hij zeide dan tot hen: Maar nu, wie een buidel heeft, die neme hem, desgelijks ook een male; en die geen heeft, die verkope zijn kleed, en kope een zwaard. 37 Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk geschreven is, in Mij moet volbracht worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen gerekend. Want ook die dingen, die van Mij geschreven zijn, hebben een einde. 38 En zij zeiden: Heere! zie hier twee zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is genoeg.

Gezang 32 heeft geklonken voor de preek, 

1 O hoofd, bedekt met wonden, belaan met smart en hoon, o hoofd, ten spot ombonden met ene doornenkroon, eertijds gekroond met stralen van meer dan aardse gloed, waarlangs nu drupp’len dalen: ‘k breng zeeg’nend U mijn groet!

2 Van al de last dier plagen, met goddelijk geduld, o Heer, door U gedragen, heb ik, heb ik de schuld! Och, zie, hoe ‘k voor uw ogen hier als een zondaar sta, en schenk vol mededogen, m’ een blik van uw gena!

3 Wat stof tot zielsverblijden, hoe zalig is ‘t en goed, dat ‘k in uw bitter lijden mijn redding vinden moet! O, mocht ik U, mijn Leven, daar ‘k bij uw kruishout kniel, mij zelf ten offer geven: wat winste deed mijn ziel!

4 U zij de dank mijns harten, U, Jezus, dierb’re vriend, voor ‘t dragen van die smarten, alleen door mij verdiend! Och, blijv’, wat troost ik derve, de hoop op U mij bij, opdat, wanneer ik sterve, in U mijn einde zij!

5 Als ‘k eens van d’ aarde scheide, och, wijk dan niet van mij! Als ik de doodssnik beide och, sta dan aan mijn zij’! En wordt mijn strijd het bangste, laat dan in angst en pijn uw doorgeworsteld’ angste mij tot vertroosting zijn!

6 Verschijn dan aan mijn sponde, schenk laaf’nis in mijn nood! Wijs m’ in mijn laatste stonde op uw verzoeningsdood! ‘k Houd dan in stervenssmarte de blik naar ‘t kruis gericht, en klem dat vast aan ‘t harte: zo valt het sterven licht!

In deze dienst zijn enkele broeders bevestigd in hun ambt, zij worden toegezongen met Psalm 134: 3 Dat ‘s Heeren zegen op u daal’; Zijn gunst uit Sion u bestraal’. Hij schiep ‘t heelal, Zijn Naam ter eer: Looft, looft dan aller heren Heer’!