FG Mattheüs 5: 4 | Zondag 1 vraag 1 | 03-12-1972

Schriftlezing: 1 Petrus 1: 13-25

13 Daarom opschortende de lenden uws verstands, en nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. 14 Als gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die te voren in uw onwetendheid waren; 15 Maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig is, zo wordt ook gijzelven heilig in al uw wandel; 16 Daarom dat er geschreven is: Zijt heilig, want Ik ben heilig. 17 En indien gij tot een Vader aanroept Dengene, Die zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zo wandelt in vreze den tijd uwer inwoning; 18 Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is; 19 Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam; 20 Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil, 21 Die door Hem gelooft in God, Welke Hem opgewekt heeft uit de doden, en Hem heerlijkheid gegeven heeft, opdat uw geloof en hoop op God zijn zou. 22 Hebbende dan uw zielen gereinigd in de gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander vuriglijk lief uit een rein hart; 23 Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. 24 Want alle vlees is als gras, en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord, en zijn bloem is afgevallen; 25 Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is.

Zondag 1 uit de Heidelbergse Chatechismus vraag 1

Vraag 1 Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?

Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven nietmijn maar mijns getrouwen Zaligmakers JEZUS CHRISTUS eigen ben , die metZijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald en mij uit alleheerschappij des duivels verlost heeft en alzo bewaart , dat zonder denwil mijns hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan , ja ook, dat mijalle ding tot mijn zaligheid dienen moet , waarom Hij mij ook door ZijnHeilige Geest van het eeuwige leven verzekert , en Hem voortaan te leven vanharte willig en bereid maakt.

Tekst: Mattheüs 5: 4 Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.

Voor de preek wordt gezongen Gezang 302

1 Wilt heden nu treden voor God, den Here, Hem boven al loven van harte zeer, en maken groot zijns lieven namens ere, die daar nu onzen vijand slaat terneer!

2 Ter eren ons Heren wilt al uw dagen dit wonder bijzonder gedenken toch. maakt u, o mens, voor God steeds wel te dragen, doet ieder recht en wacht u voor bedrog.

3 Bidt, waket en maket, dat g’ in bekoring en ‘t kwade met schade toch niet en valt. Uw vroomheid brengt den vijand tot verstoring, al waar’ zijn rijk nog eens zo sterk bewald!

De slotpslam is: Psalm 95: 4 Want Hij is onze God, en wij Zijn ‘t volk van Zijne heerschappij, De schapen, die Zijn hand wil weiden. Zo gij Zijn stem dan heden hoort, Gelooft Zijn heil- en troostrijk woord; Verhardt u niet, maar laat u leiden.