FG Prediker 7: 8b | Lankmoedig – Hoogmoedig, Grootmoedig | 27-09-1981

Deze opname is geluidtechnisch minder, Het gebed heb ik om deze reden er tussen uitgeknipt. De schriftlezing heb ik laten staan om u de ruimte te geven die mee te lezen. Tussen minuut 17 en 30 , dan is de preek al bezig, is een zeer slecht te verstaan gedeelte doch die liet ik ook staan voor diegene die dit toch trachten te volgen….

Prediker 78bSchriftlezing: Mattheus 11: 25-30

25 In dienzelfden tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde! dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard. 26 Ja, Vader! Want alzo is geweest het welbehagen voor U. 27 Alle dingen zijn Mij overgegeven van Mijn Vader; en niemand kent den Zoon dan de Vader, noch iemand kent den Vader dan de Zoon, en dien het de Zoon wil openbaren. 28 Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. 29 Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. 30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.

Openingpsalm is Psalm 97: 6 en 7

6 Beminnaars van den Heer’, Verbreiders van Zijn eer, Hoopt steeds op Zijn genade En haat altoos het kwade. Hij, die in tegenspoed Zijn gunstgenoten hoedt, Verleent hun onderstand, En redt z’ uit ‘s bozen hand, Die op hun onschuld woedt.

7 Gods vriendlijk aangezicht, Heeft vrolijkheid en licht Voor all’ oprechte harten, Ten troost verspreid in smarten. Juicht, vromen, om uw lot; Verblijdt u steeds in God, Roemt, roemt Zijn heiligheid; Zo word’ Zijn lof verbreid Voor al dit heilgenot.

Daarna is de voorlezing van de geboden des Heeren met een gezongen Psalm 130: 3 Ik blijf den Heer’ verwachten; Mijn ziel wacht ongestoord; Ik hoop, in al mijn klachten, Op Zijn onfeilbaar woord; Mijn ziel, vol angst en zorgen, Wacht sterker op den Heer’, Dan wachters op den morgen; Den morgen, ach, wanneer?

Voor de preek wordt gezongen Gezang 135 

1 Dankt, dankt nu allen God met blijde feestgezangen! Van Hem is ‘t heug’lijk lot, het heil, dat wij ontvangen. Hij ziet in Christus ons altijd genadig aan, en heeft ons dag aan dag met goedheid overlaan.

2 Hij, d’ eeuwig rijke God, wil ons reeds in dit leven zijn vreed’ en heilgenot, als aan zijn kind’ren geven. Hij zal ons door zijn Geest vermeerd’ren licht en kracht, en ons uit alle nood verlossen door zijn macht.

3 Lof, eer en prijs zij God door aller scheps’len tongen, op zijne hemeltroon aanbiddend toegezongen: de Vader en de Zoon, die met de Heil’ge Geest, Drie-enig God, steeds blijft, en immer is geweest!

De tekst is uit Prediker 7: 8b Het einde van een ding is beter dan zijn begin; de lankmoedige is beter dan de hoogmoedige.

Na het dankgebed zou Psalm 25: 4 gezongen zijn

4 ‘s Heeren goedheid kent geen palen. God is recht, dus zal Hij door Onderwijzing hen, die dwalen, Brengen in het rechte spoor. Hij zal leiden ‘t zacht gemoed In het effen recht des Heeren. Wie Hem needrig valt te voet, Zal van Hem zijn wegen leren.

doch die wordt gestopt en dan klinkt vers 7:

7 Gods verborgen omgang vinden Zielen, waar Zijn vrees in woont. ‘t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden, Naar Zijn vreeverbond, getoond. d’ Ogen houdt mijn stil gemoed Opwaarts, om op God te letten: Hij, die trouw is, zal mijn voet, Voeren uit der bozen netten.