FG Psalmen 14: 1 | God is bij de rechtvaardigen | 13-07-1975

Psalmen 141Schriftlezing:

1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij verderven het, zij maken het gruwelijk met hun werk; er is niemand, die goed doet. 2 De HEERE heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht. 3 Zij zijn allen afgeweken, te zamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand, die goed doet, ook niet een. 4 Hebben dan alle werkers der ongerechtigheid geen kennis, die mijn volk opeten, alsof zij brood aten? Zij roepen den HEERE niet aan. 5 Aldaar zijn zij met vervaardheid vervaard; want God is bij het geslacht des rechtvaardigen. 6 Gijlieden beschaamt den raad des ellendigen, omdat de HEERE zijn Toevlucht is. 7 Och, dat Israëls verlossing uit Sion kwame! Als de HEERE de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, dan zal zich Jakob verheugen, Israël zal verblijd zijn.

Voor de preek Gezang 214

1. Ach, blijf met uw genade, Heer Jezus, ons nabij, opdat ons nimmer schade des bozen heerschappij!

2 Woon met uw levenswoorden, Verlosser, bij ons in, en trek ons met de koorden van uwe zondaarsmin!

3 Ach, licht ons met uw stralen, Gij, Licht der wereld, voor, opdat wij niet verdwalen of struik’len op ons spoor!

4 Vervul met uwe zegen onz’ armoe, rijke Heer, en zend op onze wegen uw kracht en goedheid neer!

5 Ach, neem ons in uw hoede, Gij, onverwinb’re Held, en weer des satans woede en ‘s werelds boos geweld!

6 Ach, blijf ons met uw trouwe nabij, Heer, groot en goed, op wie ons harte bouwe met onbezweken moed!

Slotpsalm is Psalm 89: 1 ‘k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen; Uw waarheid t’ allen tijd, vermelden door mijn reen. Ik weet, hoe ‘t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen; Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken, Zo min zal Uwe trouw ooit wanklen of bezwijken.