FG Psalmen 150: 6 | In ademen van Gods Geest | 22-06-1975

Psalmen 1506

Schriftlezing:

1 Hallelujah! Looft God in Zijn heiligdom; looft Hem in het uitspansel Zijner sterkte! 2 Looft Hem vanwege Zijn mogendheden; looft Hem naar de menigvuldigheid Zijner grootheid! 3 Looft Hem met geklank der bazuin; looft Hem met de luit en met de harp! 4 Looft Hem met de trommel en fluit; looft Hem met snarenspel en orgel! 5 Looft Hem met hel klinkende cimbalen; looft Hem met cimbalen van vreugdegeluid! 6 Alles, wat adem heeft, love den HEERE! Hallelujah

 

Voor de preek Gezang 136

1 Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere! Dat aard’ en hemel de lof zijner glorie vermere! Meng in ‘t geklank, ziel, uw aanbiddende dank: zing’ al wat ademt de Here!

2 Lof zij de Heer, die de werelden dacht, en zij waren, die al de dropp’len geteld heeft der golvende baren, die met zijn staf heerst van de wieg tot het graf: psalmzing’ uw hart met de snaren!

3 Lof zij de Heer, die u bootst’ uit vergank’lijke aarde, maar al zijn volheid uw eeuwige geest openbaarde! Hij had u lief, die tot zijn kind u verhief, hoger dan d’ eng’len in waarde.

4 Lof zij de Heer, van wiens leiding de sterren gewagen, die ook uw leven op adelaarswiek heeft gedragen: breed en geducht was zijn aanbidd’lijke vlucht, ruisend met machtige slagen!

5 Lof zij de Heer, die uw bevende vrees zal beschamen! Noem Hem uw Vader, de kroon van zijn heerlijke namen! Dwars door de dood neemt Hij u op in zijn schoot; loof Hem in eeuwigheid? Amen.

De slotpsalm is Psalm 150: 3 Looft God naar Zijn hoog bevel, Met het klinkend cimbelspel, Looft Hem, op het schel metaal Van de vrolijke cimbaal; Looft den Heer’, elk moet Hem eren; Al wat geest en adem heeft, Looft den Heer’, die eeuwig leeft, Looft verheugd den Heer’ der heren.