Schriftlezing:
1 Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER, 2 gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, hem zoeken met heel hun hart. 3 Zij bedrijven geen onrecht, maar gaan de wegen die hij wijst. 4 Uw regels hebt u gegeven opdat wij ons eraan houden. 5 Laat toch mijn wegen recht zijn, ik wil mij houden aan uw wetten. 6 Ik zal nooit beschaamd staan als ik uw geboden in acht neem. 7 Ik zal u loven met een oprecht hart als ik uw rechtvaardige voorschriften leer. 8 Ik zal mij houden aan uw wetten – verlaat mij dan niet voorgoed. 9 Hoe kan wie jong is zuiver leven? Door zich te houden aan uw woord. 10 Met heel mijn hart heb ik u gezocht, laat mij niet afdwalen van uw geboden. 11 Uw belofte heb ik in mijn hart geborgen, zo zal ik niet tegen u zondigen. 12 Geprezen bent u, HEER, onderwijs mij in uw wetten. 13 Mijn lippen hebben uitgesproken wat uw mond ons voorschreef. 14 Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer vreugde dan rijkdom en overvloed. 15 Uw regels wil ik overdenken, het oog op uw paden gericht. 16 Ik verheug mij in uw wetten, uw woord zal ik niet vergeten.