De Baak Hasselt

Deuteronomium 8: 1-10 | Op de proef gesteld in de woestijn

Schriftlezing: Markus 1: 12-15 12. Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. 13. Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem. Nadat Johannes gevangen was genomen, ging Jezus naar Galilea, waar 14. hij Gods goede nieuws verkondigde.15 Dit was wat hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is

Ester 4 | Vasten en bidden

Schriftlezing:  1 Toen Mordechai vernam wat er was gebeurd, scheurde hij zijn kleren, hulde zich in een rouwkleed en wierp stof over zijn hoofd. Zo ging hij de stad door, terwijl hij luid en bitter klaagde. 2 Voor de Koningspoort bleef hij staan, want het was niet toegestaan deze in rouwkleding binnen te gaan. 3 In alle provincies heerste onder de Joden diepe rouw zodra het bevel en de wet van de koning er bekend

Job 2: 1-3; 2: 11-3: 3; 4: 1-7 | Geloven in een crisis-situatie

Schriftlezingen: 2:1 Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de HEER, en ook Satan maakte bij hem zijn opwachting. 2. De HEER vroeg aan Satan: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’ 3. De HEER vroeg aan Satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het

Johannes 10: 11-16 | In naam der gerechtigheid

Schriftlezing: 11.Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen.12.Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen;13.de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen.14.Ik ben de goede herder. Ik ken

Openbaring 12: 1-13 | Oorlog en vrede, in hemel en op aarde.

Schriftlezing: 1 Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. 2 Zij was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood. 3 Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens. En op elke kop een kroon. 4 Met zijn staart sleepte