Nieuwe testament

Matthéüs 21: 23-32 | Ja en Nee

Schriftlezing: 23 Toen hij naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar hem toe. Ze vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? En wie heeft u die bevoegdheid gegeven?’ 24 Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Ik zal u ook een vraag stellen, en als u mij daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik die

Matthéüs 22: 34-40 | Simchat Tora

Schriftlezing: Leviticus 19: 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want ik, de HEER, jullie God, ben heilig. 3 Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. 4 Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God. 9 Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot

Matthéüs 24: 3-13 en 1 Thessalonicenzen 4: 13-18 | En dan zullen wij altijd bij Hem zijn

Schriftlezing: Matthéüs 24: 3-13 3. Op de Olijfberg ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen, en nu ze onder elkaar waren vroegen ze: ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?’ 4. Jezus antwoordde hun: ‘Pas op dat niemand jullie misleidt. 5. Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben de messias,” en ze

Matthéüs 25: 1-13 | Leven in hemels perspectief

Schriftlezing: 1 Dan zal het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met tien maagden, die haar lampen namen en uittrokken, de bruidegom tegemoet. 2 En vijf van haar waren dwaas en vijf waren wijs. 3 Want de dwaze namen haar lampen mede, maar geen olie; 4 doch de wijze namen olie in haar kruiken, met haar lampen. 5 Terwijl de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en sliepen in. 6 En midden in de nacht klonk

Matthéüs 25: 14-30 | Verantwoording bij de wederkomst

Schriftlezing: 14 Of het zal zijn als met een man die op reis ging, zijn dienaren bij zich riep en het geld dat hij bezat aan hen in beheer gaf. 15 Aan de een gaf hij vijf talent, aan een ander twee, en aan nog een ander één, ieder naar wat hij aankon. Toen vertrok hij. Meteen 16 ging de man die vijf talent ontvangen had op weg om er handel mee te drijven, en

Matthéüs 26: 26-46 | Mijn Vader, pascha

Schriftlezing: 26 Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ 27 En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, 28 dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. 29 Ik zeg jullie:

Matthéüs 26: 47-56 | De uitlevering van Jezus door Juda(s)

Schriftlezing: 47 Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. 48 Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. ‘Degene die ik kus,’ had hij gezegd, ‘die is het, die moet je gevangennemen.’ 49 Hij liep recht op Jezus af, zei: ‘Gegroet,rabbi!’ en kuste hem. 50 Jezus zei

Matthéüs 27: 50 en 51 | De wereld wordt tempel

Schriftlezing: Psalm 22: 18 Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij. 19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. 20 Maar Gij, HERE, wees niet verre; mijn sterkte, haast U mij ter hulpe. 21 Red van het zwaard mijn ziel, mijn eenzame, van het geweld van de hond. 22 Verlos mij uit de muil van de leeuw, en van de horens

Matthéüs 3: 1-12 | Aan de Jordaan

Schriftezing: 1 In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: 2 ‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ 3 Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ 4 Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij voedde

Matthéüs 5: 1-10 en 17-20 | Torah op de berg

Schriftlezing: 1 Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte hen: 3 ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. 4 Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. 5 Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. 6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij

Matthéüs 5: 1-2 en 13-20 | Overvloediger gerechtigheid

Schriftlezing: Mattheüs 5: 1Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte hen: 13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. 14 Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die

Matthéüs 5: 1-3 en 20-24 | Geen antithese maar superthese

Schriftlezing: Jacobus 2: 14 Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? 15 Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, 16 en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor

Matthéüs 5: 16 | Licht in de wereld

Schrifltezing: Matthéüs 5: 13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. 14 Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. 15 Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet

Matthéüs 6: 24-34 | Een kwestie van prioriteit

Schriftlezing: 24 Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon. 25 Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het

Openbaring 1: 10-18 en 12: 1-10 | Hemelse profielschets van Jezus

Schriftlezingen: een dienst ten tijde van de coronapandemie Openbaringen 1: 10-18 10 Op de dag van de Heer raakte ik in vervoering. Ik hoorde achter me een luide stem, die klonk als een bazuin 11 en die tegen me zei: ‘Schrijf alles wat je ziet in een boek en stuur dat naar de zeven gemeenten, naar Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea.’ 12 Ik draaide me om, om te zien welke stem er

Openbaring 1: 9-20 | Ons richten op wat boven is

Schriftlezing: Ik, Johannes, uw broeder, die net als u in ellende verkeer, maar ook door Jezus met u deel in het koninkrijk en in standvastigheid – ik was op het eiland Patmos omdat ik over God had gesproken en van Jezus had getuigd. 10 Op de dag van de Heer raakte ik in vervoering. Ik hoorde achter me een luide stem, die klonk als een bazuin 11 en die tegen me zei: ‘Schrijf alles wat

Openbaring 12 | Hemelvaart en uitvaart

Schriftlezing: 1 En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2 en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3 En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op

Openbaring 12: 1-13 | Oorlog en vrede, in hemel en op aarde.

Schriftlezing: 1 Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. 2 Zij was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood. 3 Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens. En op elke kop een kroon. 4 Met zijn staart sleepte

Openbaring 13 | Een satanische aap

Schriftlezing: 1 En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering. 2 En het beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht. 3 En (ik zag) een