Nieuwe testament

Matthéüs 1: 1-21 | Vleeswording van de Christus

Schriftlezing: 1.Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham. 2.Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers,3.Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram,4.Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon,5.Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï,6.Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria,7.Salomo verwekte Rechabeam, Rechabeam verwekte Abia,

Matthéüs 1: 1-17 | De wording van Jezus Christus

Schriftlezing 1 Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham. 2 Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broeders, 3 Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram, 4 Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, 5 Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, 6 Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij

Matthéüs 1: 18-25 | De wording van Jezus Christus II

Schriftlezing 18 De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest. 19 Daar nu Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, was hij van zins in stilte van haar te scheiden. 20 Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef,

Matthéüs 2: 1-12 | De wording van Jezus Christus III

Schriftlezing: 1 Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem, 22 en vroegen: Waar is de Koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen. 33 Toen koning Herodes hiervan hoorde, ontstelde hij en geheel Jeruzalem met hem. 44 En hij liet al de overpriesters

Matthéüs 2: 18 | Licht of duister in Bethlehem?

Schriftlezing: Genesis 35: 16 Daarna braken zij op uit Betel. Toen zij nog maar een eindweegs van Efrat verwijderd waren, baarde Rachel, en zij had een moeilijke bevalling. 17 En terwijl zij die moeilijke bevalling had, zeide de vroedvrouw tot haar: Vrees niet, ook ditmaal hebt gij een zoon. 18 En toen haar het leven ontvlood – want zij stierf – noemde zij hem Ben-Oni, maar zijn vader noemde hem Benjamin. 19 Zo stierf Rachel

Matthéüs 2: 13-23 | De wording van Jezus Christus IV

Schriftlezing: 13 Toen zij weggetrokken waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf aldaar, totdat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen. 14 Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, 15 en daar

Matthéüs 3: 1-12 | Aan de Jordaan

Schriftezing: 1 In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: 2 ‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ 3 Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ 4 Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij voedde

Matteüs 3: 13-15 | Recht en gerechtigheid

Schriftlezingen vanuit de Naardense Bijbel 1e Schriftlezing Matteüs 3: 13-15 13 Dán treedt Jezus aan, uit Galilea op de Jordaan af tot bij Johannes, om door hem gedoopt te worden. 14 Maar die heeft hem tegengehouden, zeggend: ik heb het nodig gedoopt te worden door jóu, en jíj komt tot míj? 15 Maar ten antwoord zegt Jezus tot hem: laat het onmiddellijk toe; zó immers past het ons alle gerechtigheid te vervullen! Dán laat hij

Matthéüs 5: 1-2 en 13-20 | Overvloediger gerechtigheid

Schriftlezing: Mattheüs 5: 1Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte hen: 13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. 14 Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die

Matthéüs 5: 1-3 en 20-24 | Geen antithese maar superthese

Schriftlezing: Jacobus 2: 14 Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? 15 Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, 16 en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor

Matthéüs 5: 1-10 en 17-20 | Torah op de berg

Schriftlezing: 1 Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte hen: 3 ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. 4 Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. 5 Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. 6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij

Matthéüs 5: 16 | Licht in de wereld

Schrifltezing: Matthéüs 5: 13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. 14 Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. 15 Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet

Matthéüs 6: 24-34 | Een kwestie van prioriteit

Schriftlezing: 24 Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon. 25 Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het

Matthéüs 11: 29-30 | Geen systeem, maar relatie

Schriftlezing: Matthéüs 13: 1 Die dag verliet Jezus het huis en ging aan de oever van het meer zitten. 2 Er kwam een grote mensenmassa om hem heen staan, en daarom ging hij in een boot zitten, terwijl de menigte op de oever bleef. 3 Hij sprak hen uitvoerig toe en vertelde gelijkenissen: ‘Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. 4 Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg,

Matthéüs 13: 44-46 | Stuiten op een schat

Schriftlezing: 44 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde besloot hij alles te verkopen wat hij had en die akker te kopen. 45 Ook is het met het koninkrijk van de hemel als met een koopman die op zoek was naar mooie parels. 45 Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, besloot hij

Matthéüs 14: 22-33 | Lopen waar niemand ging

Schriftlezing: 22 Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. 23 Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen. 24 De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van

Matteüs 14: 22-33 | Gaan daar waar nog niemand ging

Schriftlezing: 22 Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. 23 Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen. 24 De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind,

Matthéüs 16: 13-27 en Hosea 6: 1-3 | De unieke weg

Schriftlezing: 13 Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ 14 Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ 15 Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ 16 ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. 17 Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben

Mattheüs 16: 21-27 | De witte buffel

Schriftlezing Romeinen 12: 16b-21 16…. Weest niet eigenwijs. 17Vergeldt niemand kwaad met kwaad; hebt het goede voor met alle mensen. 18Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. 19Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. 20Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem

Matthéüs 18: 10 | De bedoeling van ons leven

Schriftlezing: Matthéüs 18: 10 Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn hemelse Vader. Psalm 139: 13 U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. 14 Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van