Nieuwe testament

Markus 9: 2-18 | Zoeken naar taal voor de Christus

Schriftlezingen: Exodus 24: 9-16 (door lector) 9. Hierna ging Mozes de berg op, samen met Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten van het volk, 10. en zij zagen de God van Israël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, helder stralend als de hemel zelf. 11. Deze vooraanstaande Israëlieten werden niet door God gedood: zij zagen hem, en zij aten en dronken. 12. De HEER zei tegen Mozes: ‘Kom naar mij

Markus 9: 35 | En de ‘iloui’ is….

Schriftlezing: Leviticus 19: 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want ik, de HEER, jullie God, ben heilig. 3 Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. 4 Laat je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden. Ik ben de HEER, jullie God. 5 Wanneer je de HEER een vredeoffer aanbiedt, moet je,

Matteüs 14: 22-33 | Gaan daar waar nog niemand ging

Schriftlezing: 22 Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. 23 Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen. 24 De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind,

Matteüs 18: 21-35 | Waar genade als recht geldt

Schriftlezingen:  Een dienst ten tijde van de corona pandemie Matteüs 18: 21-35 21 Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ 22 Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven. 23 Daarom is het met het koninkrijk van de hemel als met een koning die rekenschap wilde vragen van zijn

Matteüs 3: 13-15 | Recht en gerechtigheid

Schriftlezingen vanuit de Naardense Bijbel 1e Schriftlezing Matteüs 3: 13-15 13 Dán treedt Jezus aan, uit Galilea op de Jordaan af tot bij Johannes, om door hem gedoopt te worden. 14 Maar die heeft hem tegengehouden, zeggend: ik heb het nodig gedoopt te worden door jóu, en jíj komt tot míj? 15 Maar ten antwoord zegt Jezus tot hem: laat het onmiddellijk toe; zó immers past het ons alle gerechtigheid te vervullen! Dán laat hij

Matthéüs 1: 1-17 | De wording van Jezus Christus

Schriftlezing 1 Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham. 2 Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broeders, 3 Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram, 4 Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, 5 Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, 6 Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij

Matthéüs 1: 1-21 | Vleeswording van de Christus

Schriftlezing: 1.Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham. 2.Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers,3.Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram,4.Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon,5.Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï,6.Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria,7.Salomo verwekte Rechabeam, Rechabeam verwekte Abia,

Matthéüs 1: 18-25 | De wording van Jezus Christus II

Schriftlezing 18 De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest. 19 Daar nu Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, was hij van zins in stilte van haar te scheiden. 20 Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef,

Matthéüs 11: 29-30 | Geen systeem, maar relatie

Schriftlezing: Matthéüs 13: 1 Die dag verliet Jezus het huis en ging aan de oever van het meer zitten. 2 Er kwam een grote mensenmassa om hem heen staan, en daarom ging hij in een boot zitten, terwijl de menigte op de oever bleef. 3 Hij sprak hen uitvoerig toe en vertelde gelijkenissen: ‘Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. 4 Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg,

Matthéüs 13: 44-46 | Stuiten op een schat

Schriftlezing: 44 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een akker. Iemand vond hem en verborg hem opnieuw, en in zijn vreugde besloot hij alles te verkopen wat hij had en die akker te kopen. 45 Ook is het met het koninkrijk van de hemel als met een koopman die op zoek was naar mooie parels. 45 Toen hij een uitzonderlijk waardevolle parel vond, besloot hij

Matthéüs 14: 22-33 | Lopen waar niemand ging

Schriftlezing: 22 Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. 23 Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was daar helemaal alleen. 24 De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van

Matthéüs 16: 13-27 en Hosea 6: 1-3 | De unieke weg

Schriftlezing: 13 Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?’ 14 Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ 15 Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ 16 ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. 17 Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben

Mattheüs 16: 21-27 | De witte buffel

Schriftlezing Romeinen 12: 16b-21 16…. Weest niet eigenwijs. 17Vergeldt niemand kwaad met kwaad; hebt het goede voor met alle mensen. 18Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen. 19Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. 20Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem

Matthéüs 18: 10 | De bedoeling van ons leven

Schriftlezing: Matthéüs 18: 10 Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn hemelse Vader. Psalm 139: 13 U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. 14 Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van

Matthéüs 18: 21 en 22 | Vergeven, dat gaat zo maar niet

Schriftlezing: 18: 21 Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ 22 Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven. 23 Daarom is het met het koninkrijk van de hemel als met een koning die rekenschap wilde vragen van zijn dienaren. 24 Toen hij daarmee begonnen was, bracht men iemand

Mattheüs 18: 21-35 | Over vergeving gesproken

Schriftlezing 21Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ 22Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven. 23Daarom is het met het koninkrijk van de hemel als met een koning die rekenschap wilde vragen van zijn dienaren. 24Toen hij daarmee begonnen was, bracht men iemand bij hem die hem tienduizend

Matthéüs 2: 1-12 | De wording van Jezus Christus III

Schriftlezing: 1 Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem, 22 en vroegen: Waar is de Koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen. 33 Toen koning Herodes hiervan hoorde, ontstelde hij en geheel Jeruzalem met hem. 44 En hij liet al de overpriesters

Matthéüs 2: 13-23 | De wording van Jezus Christus IV

Schriftlezing: 13 Toen zij weggetrokken waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf aldaar, totdat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen. 14 Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, 15 en daar

Matthéüs 2: 18 | Licht of duister in Bethlehem?

Schriftlezing: Genesis 35: 16 Daarna braken zij op uit Betel. Toen zij nog maar een eindweegs van Efrat verwijderd waren, baarde Rachel, en zij had een moeilijke bevalling. 17 En terwijl zij die moeilijke bevalling had, zeide de vroedvrouw tot haar: Vrees niet, ook ditmaal hebt gij een zoon. 18 En toen haar het leven ontvlood – want zij stierf – noemde zij hem Ben-Oni, maar zijn vader noemde hem Benjamin. 19 Zo stierf Rachel

Matthéüs 21: 23-32 | Een tijd om te verzoenen

Schriftlezing: 23. Toen hij naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar hem toe. Ze vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? En wie heeft u die bevoegdheid gegeven?’ 24. Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Ik zal u ook een vraag stellen, en als u mij daarop antwoord geeft, zal ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid ik die