‘s-Gravendeel

Markus 14: 22-25 | Het liefdesgeschenk

Schriftlezing: Markus 14: 1 De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. 2 Ze zeiden bij zichzelf: Tijdens het feest kan dat niet, want dan komt het volk in opstand. 3 Toen hij in Betanië in het huis van Simon – degene die aan huidvraat had geleden – aanwezig

Markus 3: 34 en 35 | Een ongelimiteerd geven aan ongelimiteerd velen

Schriftlezing: 20 En Hij ging in een huis; en er verzamelde zich weder [de] schare, zodat zij zelfs geen brood konden eten. 21 En toen zijn naastbestaanden dit hoorden, gingen zij heen om Hem te halen, want zij zeiden: Hij is niet bij zijn zinnen. 22 En de schriftgeleerden, die van Jeruzalem gekomen waren, zeiden: Hij heeft Beëlzebul, en door de overste der boze geesten drijft Hij de geesten uit. 23 En Hij riep hen

Matthéüs 1: 1-17 | De wording van Jezus Christus

Schriftlezing 1 Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham. 2 Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broeders, 3 Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram, 4 Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, 5 Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, 6 Isaï verwekte David, de koning. David verwekte Salomo bij

Matthéüs 18: 10 | De bedoeling van ons leven

Schriftlezing: Matthéüs 18: 10 Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn hemelse Vader. Psalm 139: 13 U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. 14 Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van

Matthéüs 2: 1-12 | De wording van Jezus Christus III

Schriftlezing: 1 Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem, 22 en vroegen: Waar is de Koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen. 33 Toen koning Herodes hiervan hoorde, ontstelde hij en geheel Jeruzalem met hem. 44 En hij liet al de overpriesters

Matthéüs 2: 13-23 | De wording van Jezus Christus IV

Schriftlezing: 13 Toen zij weggetrokken waren, zie, een engel des Heren verschijnt Jozef in de droom en zegt: Sta op, neem het kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte, en blijf aldaar, totdat Ik het u zeg; want Herodes zal alles in het werk stellen om het kind om te brengen. 14 Hij stond op en hij nam in de nacht het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, 15 en daar

Matthéüs 2: 18 | Licht of duister in Bethlehem?

Schriftlezing: Genesis 35: 16 Daarna braken zij op uit Betel. Toen zij nog maar een eindweegs van Efrat verwijderd waren, baarde Rachel, en zij had een moeilijke bevalling. 17 En terwijl zij die moeilijke bevalling had, zeide de vroedvrouw tot haar: Vrees niet, ook ditmaal hebt gij een zoon. 18 En toen haar het leven ontvlood – want zij stierf – noemde zij hem Ben-Oni, maar zijn vader noemde hem Benjamin. 19 Zo stierf Rachel

Matthéüs 27: 50 en 51 | De wereld wordt tempel

Schriftlezing: Psalm 22: 18 Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij. 19 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad. 20 Maar Gij, HERE, wees niet verre; mijn sterkte, haast U mij ter hulpe. 21 Red van het zwaard mijn ziel, mijn eenzame, van het geweld van de hond. 22 Verlos mij uit de muil van de leeuw, en van de horens

Openbaring 12 | Hemelvaart en uitvaart

Schriftlezing: 1 En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; 2 en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren. 3 En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op

Openbaring 13 | Een satanische aap

Schriftlezing: 1 En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering. 2 En het beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht. 3 En (ik zag) een

Openbaring 18: 19-19: 9 | Elkanders brood en wijn

Schriftlezing: 19 En zij wierpen stof op hun hoofden en riepen, wenend en rouw bedrijvend, zeggende: Wee, wee die grote stad, waarin allen, die schepen op zee hadden, door haar kostbaarheden rijk geworden zijn, want zij is in één uur verwoest! 20 Wees vrolijk over haar, gij hemel en gij heiligen, en gij apostelen en profeten, want God heeft uw rechtszaak tegen haar berecht. 21 En een sterke engel nam een steen op als een

Openbaring 21: 1-6 en 22 | Ja, Ik kom spoedig

Schriftlezing: 1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. 2 En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is. 3 En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en

Openbaring 6 en 7 | Het begin van de ‘weeën’, en de gemeente

Schriftlezing: 6 1. En ik zag, toen het Lam een van de zeven zegels opende, en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met een stem als van een donderslag: Kom! 2. En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen. 3. En toen Hij het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede dier

Openbaring 8: 1-5 en 9: 20-10: 11 | De gebeden van de heiligen

Schriftlezing: 8:1 En toen Hij het zevende zegel opende, kwam er een stilte in de hemel, ongeveer een half uur lang. 2 En ik zag de zeven engelen, die voor God staan, en hun werden zeven bazuinen gegeven. 3 En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan, en hem werd veel reukwerk geschonken om het te geven, met de gebeden van alle heiligen, op het gouden altaar

Zacharia 14: 20a | Loofhuttenfeest

Schriftlezing: 16 Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de HERE der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren. 17 Maar wie uit de geslachten der aarde niet naar Jeruzalem zal heentrekken om zich voor de Koning, de HERE der heerscharen, neder te buigen, op hem zal geen regen vallen, 18 en indien het geslacht der