Open Hof Kampen

Jesaja 49: 6 | Die ’t Licht is in de duisternis

Schritflezing: 6 Hij zei: ‘Dat je mijn dienaar bent om de stammen van Jakob op te richten en de overlevenden van Israël terug te brengen, dat is nog maar het begin. Ik zal je maken tot een licht voor alle volken, opdat de redding die ik brengen zal tot aan de einden der aarde reikt

Jesaja 55: 1 | De mensen hebben geen wortels…

Schriftlezing: 1 Hierheen! Hier is water, voor ieder die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen geld. Koop hier je voedsel en eet. Kom, koop voedsel zonder geld, koop wijn en melk zonder betaling.

Job 2-4 | Crisis! Wat is geloven?

Schriftlezingen: Job 2: 11 t/m 3: 4 11 Drie vrienden van Job, Elifaz uit Teman, Bildad uit Suach en Sofar uit Naäma, hoorden van de rampspoed die hem had getroffen, en ze besloten hem op te zoeken. Onderweg ontmoetten ze elkaar, en samen gingen ze naar hem toe om hun medeleven te tonen en hem te troosten. 12 Toen ze Job vanuit de verte zagen herkenden ze hem niet, en ze barstten uit in luid

Johannes 1: 14 | Het Woord is mens geworden

Schriftlezing: 1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. 6 Er kwam

Johannes 1: 48 | Zitten onder je vijgeboom

Schriftlezing: Johannes 1: 35 De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. 36 Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’ 37 De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee. 38 Jezus draaide zich om, en toen hij zag dat ze hem volgden, zei hij: ‘Wat zoeken jullie?’ ‘Rabbi,’ zeiden zij tegen hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert

Johannes 10: 31-39 | Jullie zijn Elohiem

Schriftlezing: Johannes 10: 31 Toen de Joden weer stenen opraapten omdat ze hem wilden stenigen, 32 32 zei Jezus: ‘Ik heb door de Vader veel goeds voor u gedaan; waarom wilt u me stenigen?’ 33 33 ‘Voor een goede daad zullen we u niet stenigen,’ antwoordden ze, ‘maar wel voor godslastering: u bent een mens, maar u beweert dat u God bent!’ 34 34 Jezus zei: ‘Staat er in uw wet niet geschreven: “Ik heb

Johannes 12: 24 -26 | Drie (orakel)spreuken

Schriftlezing: 24 maar het is vast en zeker, zeg ik u: als de graankorrel niet valt in de aarde en sterft dan blijft hij alléén; maar als hij sterft draagt hij overvloedig vrucht; 25 wie zijn lijf-en-ziel te zeer liefheeft zal ze verliezen, en wie in deze wereld zijn lijf-en-ziel ‘haat’ zal ze bewaren voor het eeuwige leven; 26 als iemand mij dienstbaar wil zijn moet hij mij volgen, en waar ik ben daar zal

Johannes 14: 23 | Hebreeuws tempelmozaïek

Schriftlezing: 23 Jezus antwoordt en zegt tot hem: als iemand mij liefheeft zal hij mijn woord bewaren, en mijn Vader zal hem liefhebben en wij zullen tot hem komen en een blijvende woning bij hem maken; 24 wie mij niet liefheeft zal mijn woord niet bewaren; en het woord dat ge hoort is niet dat van mij maar van hem die mij stuurt, de Vader; 25 dit alles heb ik tot u gesproken terwijl ik

Johannes 16: 16-23 | Doorlopen!

Schriftlezing: 16 Nog een korte tijd en jullie zien me niet meer, maar kort daarna zien jullie me terug. 17 Daarop zeiden een paar leerlingen tegen elkaar: ‘Wat betekent wat hij nu zegt: “Nog een korte tijd en jullie zien me niet meer, maar kort daarna zien jullie me terug”? En: “Ik ga naar de Vader”? 18 Wat betekent “nog een korte tijd”? Wat bedoelt hij toch?’ 19 Jezus begreep dat ze hem iets wilden

Johannes 20: 17 | Houd me niet vast

Schriftlezing: 14 Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. 15 ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ 16 Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) 17 ‘Houd

Johannes 20: 21-22 | Geloven is persoonlijk; maar niet privé

Schriftlezing: 19 Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ 20 Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. 21 Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij

Johannes 4: 1-26 | de Bron van Jakob

Schriftlezing: 1 Toen nu de Heere merkte dat de Farizeeën gehoord hadden dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes 2  – hoewel Jezus Zelf niet doopte, maar Zijn discipelen –  3 verliet Hij Judea en vertrok Hij weer naar Galilea. 4 En Hij moest door Samaria gaan. 5 Hij kwam dan bij een stad in Samaria, Sichar genoemd, dicht bij het stuk grond dat Jakob zijn zoon Jozef gegeven had. 6 En daar

Kolossenzen 1: 15-20 | Jezus in hemelse gewesten

Schriftlezing: 15 Beeld van God, de onzichtbare, is hij, eerstgeborene van heel de schepping: 16 in hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde,het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen. 17 Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem. 18 Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de doden, om in

Kolossenzen 1: 24 | Geloven gaat niet zonder lijden

Schriftlezing: Kolossenzen 1: 21 Eerst was u van hem vervreemd en was u hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind, 22 maar nu heeft hij u door de dood van zijn aardse lichaam met zich verzoend om u heilig, zuiver en onberispelijk bij zich te brengen. 23 Maar dan moet u blijven geloven, onwrikbaar gegrondvest zijn in de hoop die het evangelie brengt, het evangelie dat u gehoord hebt en dat aan

Kolossenzen 3: 1 | Geen herdenking maar “gedenking”

Schriftlezing: Kolossenzen 3: 1 Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. 2 Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. 3 U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. 4 En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.

Leviticus 1: 1-9 | Van harte toegewijd

Schriftlezing: 1 Hij roept Mozes toe, en de Ene spreekt tot hem vanuit de tent van samenkomst, en zegt: 2 spreek tot de zonen Israëls en zeg tot hen: Adam, –mens-zijn-: stel, doen naderen wil één van u een toenaderingsgave tot de Ene,- één uit het vee, uit het rundvee of uit het wolvee, zult ge als uw toenaderingsgift doen naderen! 3 Als zijn toenadering een opgangsgave uit het rundvee is, moet het mannelijk en

Leviticus 12 | Respect voor de kraamvrouw

Schriftlezing: 1 Dan spreekt de Ene tot Mozes en zegt: 2 spreek tot de zonen Israëls en zeg: wanneer een vrouw zaad draagt en een mannelijk kind gebaard zal hebben, is ze zeven dagen lang besmet; als bij de dagen van afzondering wanneer ze ongesteld is wordt ze een besmette. 3 Op de achtste dag wordt het vlees van zijn voorhuid besneden. 4 Dertig maal een dag en nog een drietal dagen blijft ze thuis,

Leviticus 14: 1-9 | Ziek van jaloezie en laster

Schriftlezing: 1 De Ene spreekt tot Mozes en zegt: 2 dít zal het onderricht wezen 
 voor de Egyptisch-zieke op de dag van zijn reiniging: tot de priester komt men met hem; 3 naar buiten gaan zal de priester, de legerplaats uit; heeft de priester hem bezien en blijkt de aandoening 
 met Egyptische ziekte 
 genezen bij de Egyptisch-zieke, 4 dan zal de priester gebieden: nemen zal men om te reinigen: 
 twee vogels,

Leviticus 15: 16-24 | ’t Is alles een gelijkenis van meer dan aards geheimenis

Schriftlezing: 16 Over een man,- stel er gaat van hem bijslaapzaad uit: heel zijn vlees zal hij schoonspoelen in water,- 
 tot de avond is hij besmet. 17 Alle geweven stof en alle gelooide huid waarop het bijslaapzaad komt, moet worden gewassen in water,- 
 tot de avond is het besmet. • 18 Een vrouw bij wie een man slaapt met bijslaapzaad: beiden moeten ze zich schoonspoelen 
 in water,- ze zijn tot de avond

Leviticus 16: 1-10 en 20-28 | Hoe vrede vinden met God?

Schriftlezing: 27 De stier en de bok voor het reinigingsoffer, waarvan het bloed het heiligdom is binnengebracht voor de verzoeningsrite, worden buiten het kamp gebracht, waar de huid en het vlees en de ingewanden moeten worden verbrand. 28 Degene die ze verbrand heeft, moet zijn kleren en zijn lichaam met water wassen voordat hij het kamp weer in mag.