FG Oude testament

FG Genesis 2: 7 | De Adem des levens | 00-11-1982

Schriftlezing: Genesis 2: 1-9 1 Alzo zijn volbracht de hemel en de aarde, en al hun heir. 2 Als nu God op den zevenden dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den zevenden dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. 3 En God heeft den zevenden dag gezegend, en dien geheiligd; omdat Hij op denzelven gerust heeft van al Zijn werk, hetwelk God geschapen had, om te

FG Genesis 2: 7 | Alzo werd de mens tot een levende ziel | 00-05-1989

De opname begint bij het zingen van Psalm 150: 1 en 3 Schriftlezing: Genesis 2: 1-9 1 Alzo zijn volbracht de hemel en de aarde, en al hun heir. 2 Als nu God op den zevenden dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den zevenden dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. 3 En God heeft den zevenden dag gezegend, en dien geheiligd; omdat Hij op denzelven

FG Genesis 3: 9 | Mens waar zijt gij | 19-08-1979

Schriftlezing: Genesis 3: De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs? 2 En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij eten; 3 Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft

FG Genesis 4: 1 | Geboorte 1e kind op aarde | 14-12-1980

Schriftlezing: Genesis 3: 14 Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levens. 15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en

FG Genesis 5: 24 en 17: 1 | Henoch / Abraham | 06-09-1981

Schriftlezing: Genesis 5: 21 En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach. 22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. 23 Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren. 24 Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg. Genesis 17: 1 Als nu Abram negen en negentig jaren oud was,

FG Genesis 8: 21-22 | de lieflijke geur! Noach | 04-11-1981

  Schriftlezing: Genesis 8: 20 En Noach bouwde den HEERE een altaar; en hij nam van al het reine vee, en van al het rein gevogelte, en offerde brandofferen op dat altaar. 21 En de HEERE rook dien liefelijken reuk, en de HEERE zeide in Zijn hart: Ik zal voortaan den aardbodem niet meer vervloeken om des mensen wil; want het gedichtsel van ‘s mensen hart is boos van zijn jeugd aan; en Ik zal

FG Genesis 18: 32 | als er nog 10 rechtvaardigen zijn….. | 02-11-1980

Schriftlezing: Genesis 18: 16 Toen stonden die mannen op van daar, en zagen naar Sodom toe; en Abraham ging met hen, om hen te geleiden. 17 En de HEERE zeide: Zal Ik voor Abraham verbergen, wat Ik doe? 18 Dewijl Abraham gewisselijk tot eengroot en machtig volk worden zal, en alle volken der aarde in hem gezegend zullen worden? 19 Want Ik heb hem gekend, opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zoude

FG Genesis 22: 1a | het geschiedde na deze dingen | 03-01-1988

U hoort merendeels het gesproken gedeelte uit deze Eredienst. Schriftlezing: 1 En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! 2 En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal. 3 Toen stond

FG Genesis 22: 12 | Abrahams offer | 03-11-1974

Schriftlezing:  En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! 2 En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal. 3 Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en zadelde zijn ezel, en

FG Genesis 32: 25-26 | Jacob en Ezau | 04-10-1981

  Schriftlezing: Genesis 32: 22-33  22 En hij stond op in dienzelfden nacht, en hij nam zijn twee vrouwen, en zijn twee dienstmaagden, en zijn elf kinderen, en hij toog over het veer van de Jabbok. 23 En hij nam ze, en deed hen over die beek trekken; en hij deed overtrekken hetgeen hij had. schilderij van Rembrandt Harmensz. van Rijn: Jakob worstelend met de engel » meer 24 Doch Jakob bleef alleen over; en een

FG Genesis 40: 8 | Uitleg dromen schenker en bakker | 01-08-1993

Schriftlezing Genesis 40 1 En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker des konings van Egypte, en de bakker, zondigden tegen hun heer, tegen den koning van Egypte. 2 Zodat Farao zeer toornig werd op zijn twee hovelingen, op den overste der schenkers, en op den overste der bakkers. 3 En hij leverde hen in bewaring, ten huize van den overste der trawanten, in het gevangenhuis, ter plaatse, waar Jozef gevangen was. 4 En

FG Genesis 47: 8-9 | Jacob ontmoet de Farao

U hoort de Verkondiging   Tekstgedeelte: Genesis 47: 8-9   8 En Farao zeide tot Jakob: Hoe vele zijn de dagen der jaren uws levens! 9 En Jakob zeide tot Farao: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest, en hebben niet bereikt de dagen van de jaren des levens mijner vaderen, in de dagen hunner vreemdelingschappen.  

FG Exodus 14: 8a | onze vrije wil! | 18-07-1982

    Schriftlezing: 1 Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 2 Spreek tot de kinderen Israëls, dat zij wederkeren, en zich legeren voor Pi-hachiroth, tussen Migdol en tussen de zee, voor Baäl-zefon; daar tegenover zult gij u legeren aan de zee. 3 Farao dan zal zeggen van de kinderen Israëls: Zij zijn verward in het land; die woestijn heeft hen besloten. 4 En Ik zal Farao’s hart verstokken, dat hij hen najage; en Ik

FG Exodus 20: 3 | Geen anderen goden voor mijn aangezicht | 29-06-1975

    Schriftlezing: Psalmen 138: 1 Een psalm van David. Ik zal U loven met mijn gehele hart; in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen. 2 Ik zal mij nederbuigen naar het paleis Uwer heiligheid, en ik zal Uw Naam loven, om Uw goedertierenheid en om Uw waarheid; want Gij hebt vanwege Uw gansen Naam Uw woord groot gemaakt. 3 Ten dage, als ik riep, zo hebt Gij mij verhoord; Gij hebt mij

FG Leviticus 23: 32 en 27 | De grote Verzoendag | 00-10-1999

  Schriftlezing: 1e lezing Leviticus 23: 23-32 23 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: 24 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping. 25 Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren. 26 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 27 Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn,

FG Leviticus 19: 18 | Gij zult uw naaste liefhebben | 04-11-1979

Schriftlezing: Markus 12: 28 En een der Schriftgeleerden horende, dat zij te zamen in woorden waren, en wetende, dat Hij hun wel geantwoord had, kwam tot Hem, en vraagde Hem: Welk is het eerste gebod van alle? 29 En Jezus antwoordde hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israël! de Heere, onze God, is een enig Heere. 30 En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel

FG Numeri 6: 24-26 | de Zegen | 23-08-1981

Numeri 6: 22 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: 23 Spreek tot Aäron en zijn zonen, zeggende: Alzo zult gijlieden de kinderen Israëls zegenen, zeggende tot hen: 24 De HEERE zegene u, en behoede u! 25 De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! 26 De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede! 27 Alzo zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israëls leggen; en Ik zal

FG Numeri 6: 24-26 | De priestelijke zegen | 31-01-1982

  Schriftlezing: Numeri 6: 17 Hij zal ook den ram ten dankoffer den HEERE bereiden, met den korf der ongezuurde koeken; en de priester zal zijn spijsoffer en zijn drankoffer bereiden. 18 Alsdan zal de Nazireër, aan de deur van de tent der samenkomst, het hoofd van zijn Nazireërschap bescheren; en hij zal het hoofdhaar van zijn Nazireërschap nemen, en hij zal het leggen op het vuur, dat onder het dankoffer is. 19 Daarna zal

FG Deuteronomium 6: 5 | “ons vermogen” | 18-02-1973

Schriftlezing: 1 Dit zijn dan de geboden, de inzettingen en de rechten, die de HEERE, uw God, geboden heeft om u te leren; opdat gij ze doet in het land, naar hetwelk gij heentrekt, om dat erfelijk te bezitten; 2 Opdat gij den HEERE, uw God, vrezet, om te houden al Zijn inzettingen, en Zijn geboden, die ik u gebiede; gij, en uw kind, en kindskind, al de dagen uws levens; en opdat uw dagen verlengd

FG Deuteronomium 6: 5 | Hoor Israël | 00-09-1988

In deze opname hoort u alleen de Verkondiging Hierbij de eerste verzen uit Deuteronomium 6 1 Dit zijn dan de geboden, de inzettingen en de rechten, die de HEERE, uw God, geboden heeft om u te leren; opdat gij ze doet in het land, naar hetwelk gij heentrekt, om dat erfelijk te bezitten; 2 Opdat gij den HEERE, uw God, vrezet, om te houden al Zijn inzettingen, en Zijn geboden, die ik u gebiede; gij,