Leerdiensten

‘Psalmen Tenachon’ | Psalmen 25 | Zoeken naar je eigen spirituele weg

Schriftlezing: 1 Tot U, HERE, hef ik mijn ziel op; 2 mijn God, op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden, laten mijn vijanden niet over mij juichen. 3 Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd, beschaamd worden wie trouweloos handelen zonder oorzaak. 4 HERE, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden, 5 leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils,U verwacht ik de

‘Psalmen Tenachon’ | Psalmen 84 | ‘Rough road’

Schriftlezing: 1 (Voor de koorleider, op ‘De Gititische’; v. de zonen van Korach een musiceerstuk.) 2 Hoe verrúkkelijk uw wóningen, ÉNÉ, Omscháarde! 3 Mijn ziel bezwijmt, ja vergaat van verlangen naar de voorhoven van de ENE; mijn hárt en mijn vlées jubelen het uit tót de Gód die léeft! 4 Ook een mus vindt een huis,een zwaluw voor zich een nest waar zij haar kleintjes in neerlegt: uw altaren, ÉNE, Omscháarde, mijn kóning én mijn

‘Rabbijnse concepten’ | Beproeving en lijden | Job 4

Schriftlezing: 1 Toen nam Elifaz uit Teman het woord: 2 ‘Kun je verdragen dat iemand het woord tot je richt? Maar wie zou nu kunnen zwijgen? 3 Velen stond je bij met raad en daad en wie de moed ontzonk, heb je gesterkt. 4 Je woorden richtten hem die struikelde weer op, aan knikkende knieën gaf je nieuwe kracht. 5 Maar nu word jij beproefd, en je verliest de moed, nu treft jou het onheil,

‘Rabbijnse concepten’ | Enkeling en gemeenschap | Exodus 30: 22-26

Schriftlezing: Exodus 30: 22 De H E E R zei tegen Mozes: 23-24 ‘Neem de fijnste specerijen: vijfhonderd sjekel dikvloeibare mirre, half zoveel geurige kaneel – tweehonderdvijftig sjekel dus –, tweehonderdvijftig sjekel geurige kalmoes en vijfhonderd sjekel kassia, alles volgens het ijkgewicht van het heiligdom, en een hin olijfolie, 25 en bereid hieruit heilige zalfolie, een geurig mengsel zoals een reukwerker dat maakt. Met deze heilige zalfolie 26 moet je de ontmoetingstent zalven, de ark

‘Rabbijnse concepten’ | Gods partners zijn | Micha 6: 8

Schriftlezing: Micha 6: 8 Hij heeft u bekend gemaakt, o mens! wat goed is; en wat eist HEERE van u, dan recht te doen, en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God? Exodus 24: 1-81 Tot Mozes zeide Hij: Klim op tot de HERE, gij en Aäron, Nadab en Abihu en zeventig van de oudsten van Israël en buigt u van verre neder. 2 Maar Mozes alleen zal tot de HERE

‘Rabbijnse concepten’ | Goedheid en barmhartigheid | Exodus 34: 1-11

Schriftlezing: Micha 6: 8 Hij heeft u bekend gemaakt, o mens! wat goed is; en wat eist HEERE van u, dan recht te doen, en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God? Exodus 34: 1-10 uit de Naardense Bijbel: 1 De Ene zegt tot Mozes: hak je twee stenen platen uit, als de eerste; schrijven zal ik op die platen de woorden die geweest zijn op de eerste platen, die je

‘Rabbijnse concepten’ | Het pad der deugden | 1 Korinthe 13

Schriftlezing: Exodus 33: 18 Dan zegt hij :laat mij toch uw glorie zien 19 Hij zegt:van mij uit laat ik voorbijtrekken:heel mijn goedheid,vlak voor je aanschijn,en de naam ‘Ene’ zal ik uitroepen voor je aanschijn;begenadigen zal ik wie ik begenadigen ontfermen zal ik mij over wie ik mij ontferm! 20 En hij zegt:je zult niet bij machte zijn om mijn gelaat te zien;want nooit ziet de roodbloedige mens mij aan en overleeft het! 21 Dan

‘Rabbijnse concepten’ | Joodse mystiek | Ezechiël 1

Schriftlezing: Ezechiël 1 : 1 Op de vijfde dag van de vierde maand in het dertigste jaar, toen ik te midden van de ballingen bij het Kebarkanaal woonde, opende zich de hemel en kreeg ik een visioen van God. 2-3 (Op de vijfde dag van die maand, en wel in het vijfde jaar van koning Jojachins ballingschap, richtte de H E E R zich tot de priester Ezechiël, de zoon van Buzi, in het land

‘Rabbijnse concepten’ | Toewijding | Mattheüs 6: 1-13

Schriftlezing: Mattheüs 6: 1Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. 2Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. 3Maar als je aalmoezen geeft, laat

Heidelberger Catechismus Zondag 14 | Geen ‘madonna en kind’

Schriftlezing Mattheüs 1: 12-25 12 Na de Babylonische ballingschap verwekte Jechonja Sealtiël, Sealtiël verwekte Zerubbabel, 13 Zerubbabel verwekte Abiud, Abiud verwekte Eljakim, Eljakim verwekte Azor, 14 Azor verwekte Sadok, Sadok verwekte Achim, Achim verwekte Eliud, 15 Eliud verwekte Eleazar, Eleazar verwekte Mattan, Mattan verwekte Jakob, 16 Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt. 17 Van Abraham tot David telt de lijst dus veertien generaties, van David

Heidelberger Catechismus Zondag 15,16 | Reddende gerechtigheid

Schriftlezing Hebreën 2: 10-18 10 Want om vele kinderen in zijn luister te laten delen achtte God, voor wie en door wie alles bestaat, het passend de bereider van hun redding door het lijden naar de uiteindelijke volmaaktheid te voeren. 11 Hij die heiligt en zij die geheiligd worden hebben een en dezelfde oorsprong, en daarom schaamt hij zich er niet voor hen zijn broeders en zusters te noemen 12 wanneer hij zegt: ‘Ik zal

Heidelberger Catechismus Zondag 19 | Het laatste oordeel

Schriftlezing Openbaring 20: 1 Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. 2 Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. 3 Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend

Heidelberger Catechismus Zondag 21c | Ik geloof de vergeving der zonden

Schriftlezing Mattheüs 18: 21-35 21 Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ 22 Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven. 23 Daarom is het met het koninkrijk van de hemel als met een koning die rekenschap wilde vragen van zijn dienaren. 24 Toen hij daarmee begonnen was, bracht

Heidelberger Catechismus Zondag 25 | ‘de sacramenten’ deel I

Schriftlezing, Romeinen 10: 4-17 (NBG 1951) 4Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft. 5Want Mozes schrijft: De mens, die de gerechtigheid naar de wet doet, zal daardoor leven. 6Maar de gerechtigheid uit het geloof spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal ten hemel opklimmen? namelijk om Christus te doen afdalen; 7of: Wie zal in de afgrond nederdalen? namelijk om Christus uit de doden te doen opkomen. 8Maar

Heidelberger Catechismus Zondag 26 | ‘de sacramenten’ deel II

Schriftlezing, Romeinen 6: 1-11 (NBG 1951) 61Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? 2Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? 3Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? 4Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de

Heidelberger Catechismus Zondag 27b | ‘de sacramenten’ deel III

Schriftlezing Genesis 17: 9-13 (NBG 1951) 9Voorts zeide God tot Abraham: En wat u aangaat, gij zult mijn verbond houden, gij en uw nageslacht, in hun geslachten. 10Dit is mijn verbond, dat gij zult houden tussen Mij en u en uw nageslacht: dat bij u al wat mannelijk is besneden worde; 11gij zult het vlees van uw voorhuid laten besnijden, en dat zal tot een teken van het verbond zijn tussen Mij en u. 12Wie

Heidelberger Catechismus Zondag 28-30 | ‘de sacramenten’ deel IV

Schriftlezing 1 Korinthe 10: 14-18 (NBG 1951) 14Daarom dan, mijn geliefden, ontvlucht de afgoderij! 15Ik spreek immers tot verstandige mensen; beoordeelt dan zelf, wat ik zeg. 16Is niet de beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, een gemeenschap met het bloed van Christus? Is niet het brood, dat wij breken, een gemeenschap met het lichaam van Christus? 17Omdat het één brood is, zijn wij, hoe velen ook, één lichaam; wij hebben immers allen deel

Heliand 4 | Heliand, evangelie als epos?

Schriftlezing: Niet lang nadien werd de belofte vervuld die de almachtige God het mensengeslacht in vroeger dagen zo vaak had gedaan: zijn hemelse kind zou hij hierheen sturen,zijn eigen zoon zou hij uitzenden naar de wereld om alle volkeren te bevrijden van het kwaad, van hun leed te verlossen. Zijn lijfbode nu,Gabriël, ging naar Galilealand,Waar de engel van de alheerser iemand wist, Een beminnelijk meisje. Maria heette zij,Een jonge vrouw, Jozef, een edelman Uit een

Hooglied I | Hooglied 1: 1-2: 7 | Poëzie in paastijd

Schriftlezing: 1 Hooglied. Van Salomo. 2 Hij kusse mij met de kussen van zijn mond!Want kostelijker dan wijn is uw liefde, 3 heerlijk van geur zijn uw oliën, als uitgegoten olie is uw naam. Daarom hebben de jonge meisjes u lief. 4 Trek mij achter u mee, laten wij ons spoeden. De Koning voerde mij naar zijn vertrekken, laten wij juichen en ons in u verheugen, uw liefde prijzen boven de wijn! Met recht heeft

Hooglied II | Hooglied 2: 8-17

Schriftlezing: 8 Hoor – mijn geliefde! Zie, daar komt hij, springend over de bergen, huppelend over de heuvelen. 9 Mijn geliefde is als een gazel of het jong van een hert. Zie, hij staat achter onze muur, kijkend door de vensters, spiedend door de traliën. 10 Mijn geliefde gaat tot mij spreken: Sta toch op, mijn liefste, mijn schone, en kom. 11 Want zie, de winter is voorbij, de regen is over, verdwenen. 12 De