FG Nieuwe testament

FG Johannes 20: 14 | Verschijning aan Maria Magdalena | 17-04-1977

Schriftlezing Johannes 20: 11-18 11 En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf; 12 En zag twee engelen in witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. 13 En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben.

FG Johannes 20: 17 | Maria raak mij niet aan | 20-04-1981

 Votum en Groet Zingen Psalm 100: 1, 3 en 4 1 Juich aarde, juich alom den Heer’, Dient God met blijdschap, geeft Hem eer; Komt, nadert voor Zijn aangezicht; Zingt Hem een vrolijk lofgedicht.3 Gaat tot Zijn poorten in met lof, Met lofzang in Zijn heilig hof; Looft Hem aldaar met hart en stem; Prijst Zijnen Naam, verheerlijkt Hem.4 Want goedertieren is de Heer’; Zijn goedheid eindigt nimmermeer; Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht

FG Johannes 20: 17 | Verschijning aan Maria Magdalena | 12-04-1987

Schriftlezing Johannes 20: 11-18 11 En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf; 12 En zag twee engelen in witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. 13 En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd

FG Johannes 20: 19 | Verschijning aan de discipelen | 26-04-1992

Schriftlezing: Johannes 20: 19-24 16 Toen gaf hij Hem dan hun over, opdat Hij gekruist zou worden. En zij namen Jezus, en leidden Hem weg. 17 En Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha; 18 Alwaar zij Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan elke zijde een, en Jezus in het midden. 19 En Pilatus schreef ook een opschrift, en zette dat op

FG Johannes 20: 21 | Vrede zij u lieden | 01-05-1977

Schriftlezing: Johannes 20: 19 Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! 20 En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen dan werden verblijd, als zij den Heere zagen. 21 Jezus dan zeide wederom tot hen:

FG Johannes 20: 21-22 | en Hij blies in hen | 03-1991

Schriftlezing: Johannes 20: 19-24 19 Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! 20 En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen dan werden verblijd, als zij den Heere zagen. 21 Jezus dan zeide wederom tot

FG Johannes 20: 22 | Neemt de Heilige Geest | 06-05-1973

Schriftlezing: Johannes 20: 19 Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! 20 En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen dan werden verblijd, als zij den Heere zagen. 21 Jezus dan zeide wederom tot hen:

FG Johannes 20: 24a | Thomas de tweevoudige | 08-05-1977

Schriftlezing: Johannes 20: 24 En Thomas, een van de twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam. 25 De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven. 26 En na acht dagen waren

FG Johannes 20: 24a | Thomas gezegd Didymus | mei 1984

Schriftlezing: Johannes 20: 24-31 24 En Thomas, een van de twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam. 25 De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven. 26 En na acht dagen

FG Johannes 20: 29 | Zalig die niet gezien hebben en nochtans geloven |

Schriftlezing: Johannes 20: 24-31 24 En Thomas, een van de twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam. 25 De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven. 26 En na acht dagen

FG Johannes 20: 30-31 | Tekenen opdat gij gelooft | 15-05-1977

Schriftlezing: Johannes 20: 24 En Thomas, een van de twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam. 25 De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven. 26 En na acht dagen waren

FG Johannes 20: 8-9 | Het graf is leeg | 10-04-1977

Deze opname moest van veel ruis worden ontdaan, dat geeft een niet getrouw geluid van de stem…  Schriftlezing: Johannes 20: 1 En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, als het nog duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf weggenomen. 2 Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben den Heere weggenomen uit het graf,

FG Johannes 21: 15 | Simon, hebt gij mij lief | 20-05-1979

  Gezang 75: 1 ‘t Oog omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet! ‘t Ware leven, lieven, loven is maar, waar men Jezus ziet. Wat men hoort of ziet op aard’ is ons kost’lijk hart niet waard; wil men leven, lieven, loven: ‘t oog omhoog, het hart naar boven! 2 Jezus, bron dier hemelvreugde, die ons hart eens smaken zal, wat ons ooit op aard’ verheugde, Gij verheugt ons boven al; daar

FG Johannes 21: 22-23 | Petrus, wat gaat het u aan | 18-04-1982

Schriftlezing: Johannes 21: 15 Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren. 16 Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, zoon van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij

FG Johannes 21: 4 | De vissen | 11-04-1982

Psalm 99: 1 en 2 1 God, de Heer’, regeert. Beeft, gij volken eert, Eert Zijn hoog bestel, Die bij Israel, Tussen Cherubs woont En Zijn grootheid toont; Dat zich d’ aard bewege. Hij is Isrels zege! 2 God, die helpt in nood, Is in Sion groot. Aller volken macht, Niets bij Hem geacht; Buigt u dan in ‘t stof, En verheft met lof ‘t Heilig Opperwezen; Wilt het eeuwig vrezen. Na voorlezing van de

FG Johannes 3: 14-15 | alzo zal de Zoon des mensen verhoogd worden

Schriftlezing:   Johannes 3: 11-16 11 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Wij spreken, wat Wij weten, en getuigen, wat Wij gezien hebben; en gijlieden neemt Onze getuigenis niet aan. 12 Indien Ik ulieden de aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe zult gij geloven, indien Ik ulieden de hemelse zou zeggen? 13 En niemand is opgevaren in den hemel, dan Die uit den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des mensen, Die in

FG Johannes 3: 5 | zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest | 05-1985

Schriftlezing: Johannes 3: 1-21  1 En er was een mens uit de Farizeën, wiens naam was Nicodemus, een overste der Joden; 2 Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God met hem niet is. 3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren

FG Johannes 3: 5 en 3 | Wederom geboren worden | 15-02-1981

Psalm 65: 1 en 2 worden na Votum & Groet gezongen: 1 De lofzang klimt uit Sions zalen Tot U met stil ontzag; Daar zal men U, o God, betalen, Geloften, dag bij dag; Gij hoort hen, die Uw heil verwachten, O, Hoorder der gebeen; Dies zullen allerlei geslachten, Ootmoedig tot U treen. 2 Een stroom van ongerechtigheden Had d’ overhand op mij; Maar ons weerspannig overtreden Verzoent en zuivert Gij. Welzalig, dien Gij hebt

FG Johannes 3: 8 | Nicodemus | 30-05-1977

Schriftlezing: Johannes 3: 1 En er was een mens uit de Farizeën, wiens naam was Nicodemus, een overste der Joden; 2 Deze kwam des nachts tot Jezus, en zeide tot Hem: Rabbi, wij weten, dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God met hem niet is. 3 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde,

FG Johannes 5: 24 | Wie Mijn stem hoort, heeft Eeuwig leven | 26-08-1979

In de opname zit een trilling die als storend ervaren kan worden. Schriftlezing: Johannes 5: 19-29 vanuit de Staten Vertaling: 19 Jezus dan antwoordde en zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve doet ook de Zoon desgelijks. 20 Want de Vader heeft den Zoon lief, en toont Hem alles, wat Hij doet; en Hij